"Blijf bij mij..wacht op mij"

Annet,

Het was vijf uur geweest. Annet liep haar kleine snuisterijenwinkeltje door en zette een aantal zaken weer netjes op hun plaats. De kleine buddha beeldjes, de geurkaarsen, de – door vlijtige handen gemaakte kaarten..

De deurbel rinkelde, Annet keek om en zag een vrouw en man de winkel binnenwandelen. De vrouw glimlachte naar Annet en vroeg of ze even rond mocht kijken. Annet antwoordde dat dat helemaal goed was en keek toen naar de man die met zijn rug naar haar toegedraaid een schemerlampje stond te bekijken. Plots draaide hij zich om en Annet dacht even dat de wereld stil bleef staan en ze even teruggeworpen werd in het verleden. Een pijnlijk vertrouwd gezicht, wat ouder geworden met wat rimpels en lijnen maar de oogopslag, de welving van de mond zo vertrouwd. De man keek Annet aan en knikte even voor hij naar de vrouw liep die hem wenkte. Annet ademde een paar keer diep in en uit verschoof wat attributen op de toonbank.

De vrouw kwam naar de toonbank toe met een lavendelkaars in haar hand. De man stond achter haar. Annet pakte de geurkaars aan en wikkelde hem in vloeipapier alvorens hem in te pakken toen de vrouw iets vroeg keek ze op recht in de grijze ogen van de man die haar nauwkeurig opnamen. Annet zocht naar een blik van herkenning in de grijze ogen maar die was er niet. Na een korte groet verlieten de vrouw en de man de winkel en kon Annet de winkel sluiten en naar boven gaan waar ze haar appartementje had.

Peter hield het autoportier voor zijn vrouw open voor hijzelf instapte. Hij keek nog even vluchtig achterom en zag dat in de kleine winkel de lichten gedoofd waren.

Jeanne wachtte tot haar man in de auto zat: “ Echt een leuk en gezellig winkeltje, maar de verkoopster, een zeer klantonvriendelijk persoon.  Peter keek zijn vrouw even aan en haalde zijn schouders op: “ Ach, we zijn hier maar een weekje en dan gaan we weer naar huis. Jeanne speelde met haar trouwring: “Ik ken haar ergens van, die vouw van de winkel”. Ze keek Peter aan: “ Kwam ze jou niet bekend voor”? Peter dacht aan de dame van de winkel. Beetje mollig, groene ogen, een gezicht omlijst door een bos hazelnootkleurige krullen, met hier daar wat grijs. Hij startte de auto in gepeins verzonken. Jeanne keek opzij naar man. Zijn ogen waren strak op de weg, zijn kaak iets gespannen. Jeanne kende haar man lang genoeg om te weten dat hij op dit moment met zijn gedachten elders was. Ze richtte haar blik voor zich, haar gedachten bij de vrouw uit de winkel.

Annet schopte haar schoenen uit en schoof ze onder de bank. Vlug liep ze naar haar slaapkamer om zich in iets comfortabeler kledij te hullen. Ze bleef even staan bij het kleine kastje waar een aantal foto’s stonden van mensen die ze heel erg liefhad, haar ouders, broers en zus en in het midden een foto van een meisje met een grote bos blonde krulletjes en stralende grijze ogen; haar dochter Fee.  Annet pakte de foto en drukte er voorzichtig een kus op. Vanaf de foto keek een lachende Fee haar aan. Die dappere Fee die een paar dagen bij haar tante in de stad woonde en de overige dagen bij haar moeder in het dorp.

Nadat ze voor zichzelf een eenvoudige maaltijd had bereidt, zakte Annet onderuit op bank met een beker warme thee. Ze sloot haar ogen om op deze manier haar hoofd leeg te maken. Deze keer lukt het echter niet.. een geest uit het verleden speelde parten. Een geest voor wie ze 6 jaar geleden het stadse leven had omgeruild voor een dorps bestaan en die vandaag in levende lijve voor haar had gestaan...Peter de Waard, met wie ze 5 jaar geleden een stormachtige intense liefdesrelatie had gehad en waarvan ze wist dat het nooit serieus zou worden, Peter de Waard die naar eigen zeggen niet gelukkig was in zijn huwelijk maar door allerlei omstandigheden niet kon scheiden. Uiteindelijk had zij een punt achter de relatie gezet omdat ze het niet meer aankon. Negen maanden later werd Fee geboren met dezelfde opvallend grijze ogen als haar vader.

Een auto reed langzaam door de straat en een man keek naar de donkere winkel. Zijn blik werd omhoog getrokken naar de verlichte ramen boven de winkel. Hij zag het silhouet van een vrouw die de gordijnen een voor een dichtschoof.. Zijn handen omklemden het stuur toen hij terugreed naar het hotel. Hij parkeerde zijn auto legde zijn hoofd tegen de leuning en sloot zijn ogen..

Peter de Waard; vertegenwoordiger van beroep bij een grote firma kwam fluitend die ochtend op zijn werk aan om nog een en ander door te praten met collega’s voor hij weer de weg op zou gaan.

Plots hoorde hij van achter de bezoekersdesk een zachte vloek, gevolgd door een schaterlach. Hij liep naar de desk toe en keek voorzichtig over de rand. Zijn oog viel op een grote bos hazelnootkleurige krullen en een wijde gebloemde rok die als een kleurig geheel om de dame heen viel die gehurkt op de grond paperclips aan het oprapen was Peter liep om de desk heen en hielp mee om de paperclips bij elkaar te vegen. Heel even raakten hun handen elkaar en een vonk sloeg over. Peter keek recht in een paar groene ogen in een rond gezicht. Na een aantal voorzichtige toenaderingspogingen ontvlamde hun relatie zich in alle hevigheid.

Een klop op het autoraam. Peter opende zijn ogen en zag een man bezorgd naar binnen kijken. Snel opende Peter het autoraam en verzekerde de man dat alles prima met hem was. Vervolgens stapte hij uit sloot zijn auto en liep het hotel binnen..

Een schaterlach weerklonk door het winkeltje. Annet tilde haar dochter op en zwierde haar in het rond, om haar vervolgens in haar armen te sluiten. Fee –opgehaald door haar opa en oma- was zojuist met haar koffer de winkel binnengestapt en liet zich uitgebreid door haar moeder knuffelen.

Vervolgens wrong ze zich los uit haar moeders armen om een rondje door de winkel te wandelen, benieuwd of er de afgelopen dagen nog mooie, nieuwe dingen bij waren gekomen.

Oma sloeg haar armen om de schouders van dochter en kleindochter: “Opa en ik hebben een plan, als we nu eens samen lekker gaan eten in het hotel op de heuvel?, hoeven we niet te koken. We wandelen er naar toe. Is dat een plan?” Zowel Annet als Fee vonden het een heel goed plan. Toen de winkel opgeruimd en gesloten was ging de familie op pad.

Ze kregen een tafeltje in de serre, Annet en haar ouders kozen een glas rode wijn en Fee had haar lievelingsdrankje besteld een cassis met ijs. Annet keek de serre rond en keek recht in een paar lichtgrijze ogen die haar onderzoekend aankeken. Vlug keek Annet een andere kant uit. Haar hart klopte in haar keel. De ober kwam met het blad met drankjes en vroeg of ze al een keuze hadden kunnen maken van de menukaart. Nadat ze hun menukeuze aan de de ober hadden doorgegeven stond Annet op met het excuus dat ze even naar het toilet moest.

Ze liep de gang door die naar de toiletten leidde en passeerde een man, ze keek de man aan en keek recht in een licht grijze ogen. Heel even raakten hun handen elkaar en toen liep Annet door.

Peter draaide zich om en keek de vrouw na, de krullen met hier en daar wat grijs dansend op haar rug.

Toen Annet terugkwam van het toilet en langs de balie naar het restaurant liep kreeg ze een briefje aangereikt door de receptioniste. Ze vouwde het open en las de volgende woorden:

                                           “Uit het oog, maar nooit uit het hart “